Hoofdpersonen

 

Rits (Maurits Frederik Hofmeijer): Rits is een jongen van 13 jaar. Rits’ ouders zien hem wel schrijver of filmmaker worden (p. 5). Rits’ moeder zegt dat het voor kunstenaars handig is om een ongelukkige jeugd gehad te hebben (p. 5). Rits’ vraagt zich af of ze daarom zijn weggegaan. Rits heeft veel fantasie. Rits is een hypochonder, zo denkt hij bijvoorbeeld dat hij scheurbuik en een hersenverzakking heeft. Er is ooit een klein zusje geweest, Emma, maar die is als baby overleden. Rits vindt dat wel jammer, want nu is hij maar alleen.

Rietje (Margrietje): Rits ontmoet Rietje als hij op weg is naar de bieb, ze woont tegenover oom Corry. Rits en Rietje worden vrienden. Rietje is “flink uit de kluiten gewassen”, “maar ze heeft een grappig gezicht. Rond. Een beetje als zo’n porseleinen pop. Eigenlijk paste haar gezicht niet bij de rest van haar lichaam.” (p. 7) Rietjes moeder is dood. Rietje kan drammerig zijn.

Oom Corry (Cor Dirkzwager): Oom Corry is de broer van de moeder van Rits. De moeder van Rits vindt hem maar een “lapzwans” (p. 28). Hij werkt niet, want hij heeft last van zijn rug. Hij hangt de hele dag op de bank, drinkt bier, eet ongezond en leest het tijdschrift Hengelen en hengelaars (p. 6). Oom Corry wordt in de loop van het verhaal steeds aardiger en normaler. Rits maakt zich zorgen om zijn oom, vooral voor als hij straks weer weg is (want: wie kookt er dan voor hem?). Hij probeert hem daarom te koppelen aan Petra, een vriendin van de moeder van Eva. In verband met de koppelactie stuurt Rits zijn oom naar de kapper en naar de kledingwinkel (p. 117-124). Ook begint hij samen met oom Corry aan het opruimen van het huis. Oom Corry besluit ook dat hij weer wil gaan werken, maar hij kan in verband met zijn rug niet te zwaar werk doen. Hij gaat vrijwilligerswerk doen bij de gereedschapsuitleen (p. 152). Oom Corry gaat vaak naar de bar, waar hij zijn ‘vrienden’ ontmoet. Als oom Corry met zijn nieuwe kapsel en in zijn nieuwe kleren naar de bar gaat en vertelt dat hij vrijwilligerswerk gaat doen, reageren zijn ‘vrienden’ heel raar. Oom Corry realiseert zich daardoor dat hij daar niet bij wil horen en dat er dingen moeten veranderen. Uiteindelijk mag Rits van hem best blijven.

Moeder van Rits: Volgens oom Corry heeft Rits’ moeder “rare neigingen” (p. 54), alles moet altijd op een bepaalde manier (p. 55), alles moet perfect zijn (p. 100) en ze is erg netjes (p. 101). Rits’ moeder woont tijdelijk in een instelling waarin zij hulp krijgt en tot rust kan komen.

Vader van Rits: Hij heeft een vriendin, Florrie, waarmee hij samen op reis is, hij schrijft Rits maar weinig en wat hij schrijft is oppervlakkig (p. 91). Volgens Florrie dacht hij wel heel veel aan Rits. Volgens oom Corry is Rits’ vader een “kunsttype” (p. 28).

Florrie: Vriendin van de vader van Rits. Rits moet in eerste instantie niets van haar weten, later komt hij er achter dat ze toch best aardig is (p. 189)

Rietjes vader (Jaap): Hij rookt sigaren (p. 13) en vertelt verhalen (p. 13). Rits kan het goed met Jaap vinden.

Tineke (maatschappelijk werkster): Na een melding bij het Bureau Maatschappelijk Werk komt zij bij Rits langs om te kijken of alles wel goed gaat, omdat er een vermoeden is van 'verwaarlozing' (Rits schrijft in zijn dagboek dat dat dan zeker voor oom Corry geldt). Rits durft haar niet te vertellen waar zijn ouders zijn. Hij spelt haar op de mouw dat ze zijn zoekgeraakt in de Afrikaanse jungle. Uiteindelijk vertelt Rits haar wel de waarheid en kan hij goed met haar praten. Hij krijgt van haar een kookboek, zodat hij zelf kan koken.

Familie van Rietje: Eva, Piet, Alied, Gea, Sara, Janneke, Dirk, Arend. De familie van Rietje geeft Jaap de schuld van alles wat er met Anneke, de moeder van Rietje, is gebeurd (p. 24, p. 45, p. 48-49, p. 64-65). Rits kan het vooral aardig vinden met Piet. Ook met Eva kan hij het goed vinden, hij mag op haar verjaardagsfeestje komen en volgens Rietje is hij verliefd op haar.

Steven: Rits’ beste vriend bij zijn ouders.

Bolle Buuf: de buurvrouw bij Rits’ ouders. Zij heeft Rits opgevangen toen zijn moeder ziek werd en ze stuurt de kaarten van zijn vader door naar het adres oom Corry.